Om de 5 jaar houdt de onderwijsinspectie van de Vlaamse Overheid de werking van de internaten tegen het licht. Eind september was het Abdij-Internaat van Hasp-O Centrum aan de beurt: de inspecteurs gingen na of het internaat een doeltreffend beleid voert op het vlak van hygiëne, bewoonbaarheid en veiligheid. Voor elk van deze aspecten behaalden ze een zeer goede beoordeling die volgens het verslag niet alleen ‘de verwachting overstijgt’, maar ook ‘andere internaten kan inspireren’.
Risicobeheersing en veiligheid
Het internaat streeft er systematisch naar om risico’s en schade te voorkomen dankzij tal van risicoanalyses (bv. voor elektrische installaties). Op basis daarvan bepalen zij preventiemaatregelen waarmee ze kort op de bal kunnen spelen. Zo leren internen dankzij evacuatie- en zandbakoefeningen om in noodsituaties op de juiste manier te reageren. Het inspectieverslag geeft dan ook goede cijfers voor het brandpreventiedossier en het interne noodplan.
Opvoeder Simon Brugmans is samen met de directie en de andere teamleden dagelijks betrokken bij het veiligheidsbeleid: ‘Samen met de collega’s ben ik er trots op dat we bij de onderwijsinspectie op alle vlakken buiten categorie hoog scoorden, maar we zijn dan ook dagelijks bezig met veiligheid en kwaliteitsontwikkeling. Ouders vertrouwen ons hun dierbaarste schat toe. Hun welzijn en veiligheid zijn vanzelfsprekend onze topprioriteit.’
Communicatie en participatie
Niet alleen het veiligheidsbeleid van ons Abdij-Internaat krijgt positieve cijfers, ook op het vlak van communicatie en participatie scoort het zeer goed. Wanneer het internaat gegevens verzamelt om de kwaliteit van zijn eigen werking te evalueren, dan wordt iedereen daarbij betrokken: zowel internen, ouders, teamleden als relevante partners worden bevraagd over de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne én vervolgens geïnformeerd over het beleid.
Het Abdij-Internaat is dan ook trots dat zijn inspanningen beloond worden met een positief verslag. De conclusie van de inspectie luidt: ‘Door hun dynamisch beleid heeft het internaat een duidelijk zicht op zijn sterke punten en werkpunten. (…) Er zijn veel sterke punten, met inbegrip van significante voorbeelden van goede praktijk.’ Die goede praktijk mag blijken uit het feit dat er een positieve impact is op het welzijn of de veiligheid van de internen en de teamleden.